Het weer in Twente: Wisselvallig weekend daarna vaker droog
TWENTE - In het weekend is het wisselvallig met buien en tussendoor wat zon. De middagtemperatuur ligt...
Twente Plat in stadstheater De Bond
OLDENZAAL - Twente is het land van tradities.
Dialectavond Dree Marken met presentatie verhalenboek Jan Swennenhuis
DE LUTTE - De dialectavond van De Dree Marken beleeft dit keer een bijzondere editie.
Filmhuis Oldenzaal vertoont de film ‘One Life’.
OLDENZAAL - One Life vertelt het waargebeurde verhaal van Sir Nicholas Winton, door wiens inspanningen...
Liza Ferschtman speelt Bruchs Vioolconcert
ENSCHEDE - In de concerten van Phion met violiste Liza Ferschtman is deze maand heel veel te horen en te beleven.
HENGELO - Nieuw album en dus nieuwe songs naast vertrouwde favorieten.
NL Doet Natuurwerkochtend in Park Stakenkamp
OLDENZAAL - Op initiatief van Kansrijk Berghuizen is er op zaterdag 16 maart in Park Stakenkamp een Natuurwerkochtend.
HENGELO - Een grensverleggende, shockerende, theatrale en bij vlagen geniale show met alle stijlen tussen punk, disco en artrock.
NL DOET, Vrijwilligersdag op Het Stift
WEERSELO - Ook jullie handen maken zaterdag 16 maart samen licht werk op Het Stift in Weerselo.
DE LUTTE - Kanovaren op de Dinkel. Alleen mogelijk t/m 31 maart..
Do 22-02-2018
De bioscoop in Losser. Filmhelden. Wie kent ze niet: Oliver Hardy en Stan Laurel, bij velen beter bekend als de Dikke en de Dunne.
Twee Amerikaanse filmacteurs, allebei geboren aan het eind van de 19e eeuw.
Die twee begonnen hun carrière op het witte doek toen de film alleen nog bestond uit bewegend beeld. Geen geluid.
De tijd dus van de zogeheten stomme film. In de jaren zestig van de vorige eeuw mocht ik af en toe naar een heuse bioscoop.
Schorfhaar aan de Gronausestraat bood ons een geweldige middag met de Dikke en de Dunne.
Het is 125 jaar geleden dat Oliver Hardy (de dikke dus) geboren werd en dat feit deed bij mij een lichtje branden over lang geleden.
Die twee mafketels beleefden doldwaze avonturen met hun bolhoedjes op. Wat nu niet meer mag, deden zij constant: de camera inkijken.
Voor 65 cent had je al net iets meer dan een nekkrampkaartje en was ik als jochie verbaasd over die enorme lichtstraal die het projectiescherm bescheen en waarin duizenden stofjes dwarrelden. De films die wij gepresenteerd kregen, hadden al wel geluid maar dat leek ergens van diep uit een kelder te komen.
Maar wat gaf het, we waren een middagje uit, we lachten ons slap en het was gezellig en griezelig tegelijk in die donkere zaal.
Al ver voordat de eigenlijke filmdag daar was, had ik me vergaapt aan de promotiefoto’s die drogisterij Holst voor het raam had hangen.
Ik zag een auto die ontplofte, ik keek met verbazing naar twee stuntelende mannen die een piano een hele lange trap op naar boven brachten,
je zag die onnozele glimlach op dat stompzinnige gezicht van de Dunne.
Op die zondagmiddag ging ik al vroeg op pad want het was vanuit de Meidoornstraat een heel eind lopen.
Ergens halverwege kon je over de bielzen lopen van de spoorlijn die tussen de Overdinkelsestraat en de Gronausestraat liep.
Voor je gevoel was vanaf hier de wandeling tot aan de bioscoop een stuk korter omdat je van biels tot biels liep.
Tientallen jongens en meisjes stonden al te wachten, net als ik hunkerend naar de ‘nieuwe avonturen’ van de Dikke en de Dunne.
Eindelijk mochten we naar binnen, eindelijk ging het licht langzaam uit en liet die enorme lichtstraal het Polygoon Journaal beginnen.
Het maakte voor ons niet uit wat er getoond werd want het magische grote filmdoek met daarop bewegende mensen en de doffe geluiden zorgde voor vertier.
Af en toe moest iemand naar de wc en ging een deur open wat zorgde voor teveel daglicht in de zaal.
Dat kind kreeg zo ongeveer alle ons bekende scheldwoorden naar het hoofd.
Met rode wangen en pijn in de kaken van het lachen stroomde de bioscoopzaal weer leeg en liep ik met anderen nog lang napratend over de bielzen weer terug naar ’t Rot.
Onderweg stond ik opnieuw stil bij Holst en gingen die vier of vijf foto’s opeens leven.
Je zag een stukje film weer voor je als je naar dat gezicht van de Dikke keek die net een slagroomtaart in zijn gezicht had gekregen.
De volgende dag op school sprak je erover met je vriendjes en was het ‘heij dat ok sien?’
niet van de lucht waarna we opnieuw proestten van het lachen.
Henk Poelakker
(woont sinds 1969 in Brabant en mijmert over zijn jeugdjaren in Losser)
henkpoelakker@hotmail.com
Tweet |
|
|
|
|