MOLENRAD COMMANDERIEWATERMOLEN DRAAIT WEER.

Ma 03-10-2016

OLDENZAAL - De voormalige Commanderie Ootmarsum kende twee watermolens. Tweehonderd jaar geleden verdwenen alle gebouwen, op het molenhuisje aan het Oldenzaalsvoetpad na. Rond 1847 werd de watermolen bij dit m

Nu in 2016 wordt het molenhuisje weer helemaal gerestaureerd en deed zich de mogelijkheid voor de omloop in de Molenbeek te herstellen en een molenrad aan te brengen. Mede omdat de stadsbeek uitmondt in de molenbeek en er vanaf de beekdalen meer water in de beek is gekomen, bleek een echt watermolenrad haalbaar. De gemeente Dinkelland besloot Gerard Davina te belasten met de coördinatie van het project en Steggink Infra maakte het ontwerp. Voor de productie van het molenrad reikte het budget helaas niet en het openluchtmuseum werd gevraagd hiervoor te zorgen. Molenmaker Johnny Wintels uit Denekamp kreeg de opdracht een authentiek molenrad te maken. Het formaat is maar liefst 3 meter in doorsnede. Voor de productie waren 3 forse Twentse eiken nodig. Met een grote kraan werd het rad op z’n plaats gezet. Op 30 september kon het waterrad officieel z’n eerste draai maken. Na een ontvangst en toespraak in het Los Hoes kon de officiële handeling plaatsvinden. Wethouder Loes Stokkelaar en Frans Swennenhuis van het openluchtmuseum openden samen de sluis in de molenbeek waardoor het water naar het nieuwe schoepenrad kon stromen. Aanwezig waren vertegenwoordigers van de gemeente, de buren en de subsidieverleners : Rabo Coöperatiefonds, de Bekhuis Stichting en ABO Apparatenbouw Ootmarsum en natuurlijk de bouwploegvrijwilligers van het openluchtmuseum.
Het waterrad met de omgeving is nu een bijzondere plek omdat dit het enige tastbare overblijfsel is van de voormalige commanderie en Huis Ootmarsum. De vele bezoekers aan het centrum van Ootmarsum die hun auto op de stadsweide parkeren, krijgen nu een fraaie inkijk in een deel van het museum en kunnen even gaan zitten op het bankje dat op het talud geplaatst is.

Van de energie die door de watermolen wordt opgewekt wordt nu nog geen gebruik gemaakt. Gewerkt wordt aan plannen in het bijgebouwtje een papiermolen onder te brengen. Er is een werkgroep gevormd die dit zou moeten realiseren. Een papiermolen is bijzonder omdat er op het Springendal een zestal stonden en eigendom waren van de Drost van Twente van Heiden Hompesch en later van de familie Cramer. Er zijn plannen een hamerbak te installeren en een inrichting om papier te scheppen. Via een beeldscherm zal de geschiedenis en productie van toen in beeld worden gebracht. Op deze manier is er een bijzonder waardevolle uitbreiding van het museum gerealiseerd en wordt heet verhaal van “Het land van Heeren en Boeren” weer meer compleet. Dit stukje erfgoed dat nu in oude glorie is hersteld