Het weer in Twente: Wisselvallig weekend daarna vaker droog
TWENTE - In het weekend is het wisselvallig met buien en tussendoor wat zon. De middagtemperatuur ligt...
Gezamenlijk concert Honhof orgel en mannenensemble Esquire
HAAKSBERGEN - Zondagmiddag 21 april vindt in de Protestantse kerk aan de Jhr von Heijdenstraat, om...
Jetske Scholten van Wijkracht genomineerd voor de titel Sociaal werker 2024!
HAAKSBERGEN - Jetske Scholten, sociaal werker in algemeen schoolmaatschappelijk werk en Welzijn op recept...
Masterclass Cesar Zuiderwijk bij Kaliber Slagwerkdag!
ENSCHEDE - Op zondag 17 maart vindt de Kaliber Slagwerkdag plaats!
Liza Ferschtman speelt Bruchs Vioolconcert
ENSCHEDE - In de concerten van Phion met violiste Liza Ferschtman is deze maand heel veel te horen en te beleven.
HENGELO - Nieuw album en dus nieuwe songs naast vertrouwde favorieten.
HENGELO - Een grensverleggende, shockerende, theatrale en bij vlagen geniale show met alle stijlen tussen punk, disco en artrock.
Luz Welman en Lise ter Hedde zijn de regionale Voorleeskampioenen
HAAKSBERGEN/OLDENZAAL/HENGELO - Woensdagavond 5 maart was de regionale finale van de Nationale Voorleeswedstrijd...
“Pink, brown, yellow, orange and blue, I love you” Exhibition in Tetem
ENSCHEDE - “Pink, brown, yellow, orange and blue, I love you” is een tentoonstelling waarin...
Ma 02-03-2020
Op zondagmiddag ging ik in de jaren zestig regelmatig met mijn ouders wandelen richting de Zandbergen, het grote bosgebied van Losser. Aan de rand van het bos loopt het riviertje de Dinkel waarop destijds het riool nog ongezuiverd geloosd werd. Als we vanaf ons huis op ’t Rot de Ravenhorsterweg inliepen, zag je rechts van de weg een sloot met daarin drollen en merkwaardige ballonnen. Grote jongens noemden dat kapotjes; ik vond het maar vreemd dat je kapotte ballonnen door de wc spoelde. De naam van de weg kwam een eind verder terug in het Jongens Internaat De Ravenhorst. Niemand in onze klas wist precies wat een internaat was, ook onze meester kennelijk niet want als je daarover iets vroeg, haalde Boswinkel zijn schouders op.
Een geheimzinnige plek dus en dat in een toch al stiekem bos waar jonge stellen volgens ons als kleine jochies gingen vrijen en iets bijzonders deden waar we geen voorstelling van hadden. De een had het over winkels kiek’n, terwijl een ander op het schoolplein sprak over patat bakk’n. Merkwaardig genoeg had ik tijdens onze gezinswandeling nog nooit een winkel in de Zandbergen gezien, laat staan een cafetaria.
Op een dag kreeg de Ravenhorst een gezicht. Er kwam een jongen bij ons in de klas die op het internaat was komen wonen. Was zijn vader de directeur van de Ravenhorst, was zijn vader de kok, woonde hij tijdelijk in de Zandbergen? Hoe dan ook: hij vertelde dat er op de Ravenhorst stoute jongetjes woonden. Jongens die uit de grote stad kwamen, uit Amsterdam en Rotterdam, die van school wegliepen. Jochies die vochten met hun vader, die een grote mond heel gewoon vonden, die niets liever deden dan pesten. Knapen die tijdelijk een andere vader en moeder kregen waar je wel naar MOEST luisteren op de Ravenhorst. Hoe dan, wilden wij weten. Ons nieuwe klasgenootje zou het morgen vertellen.
Tijdens het speelkwartier stonden we om hem heen toen hij vertelde: “Op de Ravenhorst mag je als kind bijna niks en moet je heel veel. Soms lijkt het net een kazerne.” Eh………..een kazerne?…….wo heit oover? “Een kazerne is een gebouw waar soldaten wonen, waar je leert om te luisteren naar de generaal. Op de Ravenhorst moeten alle jongens tegelijk opstaan en naast hun bed gaan staan, moeten ze keurig in de rij naar de waterkranen en zitten ze stil als robots aan de lange eettafels. In de klas moet het heel stil zijn en wie niet luistert………” Daar blies de hoofdmeester al op zijn fluitje en moesten we naar binnen. Eén ding was duidelijk: vriendje Hans en ik zouden weldra naar het nieuwe jongetje in de Zandbergen gaan. Een paar dagen later speelden we in een leegstaand gebouw; was dit ooit een klaslokaal? Het nieuwe jongetje leerde ons moeilijke woorden. Heel netjes sprak hij: weet je wat een portiekflat is? Wij keken elkaar aan en schudden van nee. Weten jullie wat een souteneur is? Ook dat wisten we niet. Hij had een speelgoed zwaard van hout en stak dat in een houder. “Dat noemen ze een schede”, leerde hij ons.
Een paar weken later was zijn laatste schooldag bij ons in de zesde klas. Het was 1965 en wij zeiden ajuu. Hij zwaaide naar ons en sprak woorden van een andere planeet: oo rûvaar.
Henk Poelakker mijmert over zijn jeugdjaren in Losser waar hij tot zijn 16e levensjaar woonde. In 1969 verhuisde hij met zijn ouders naar Brabant waar hij nog altijd woont. henkpoelakker@gmail.com
Zie ook www.issuu.com/twentejournaal/docs/lm28-02-2020/6
#herinneringen #HenkPoelakker #Ravenhorst #internaat #kazerne #amsterdam #rotterdam #twente
Tweet |
|
|
|
|