Pasen - een herinnering van Henk Poelakker
Het is Pasen 2021. Corona zorgt ervoor dat zelfs Palmpasen niet door kan gaan.
Het is een vreemde tijd nu we opgeteld al meer dan een jaar te maken hebben met een onzichtbare vijand. Het virus waart wereldwijd rond en maakt zonder aanziens des persoons duizenden slachtoffers. Onderzoekers, wetenschappers, uitvinders enz. zochten naarstig naar een medicijn en een vaccin. Een medicijn om mensen beter te maken nadat ze corona kregen, lijkt nog ver weg. Maar het vaccin is er, ontwikkeld door bedrijven als Johnson&Johnson en Astra Zenica. Het lijkt erop dat 95% van de bevolking zich maar wat graag wil laten inenten maar het vaccin is schaars nu miljarden mensen moeten worden gevaccineerd. Pijnlijk. Tijd om even aan iets heel anders te denken, aan Palmpasen en Pasen van lang geleden toen in nog in Losser woonde.
1963. Een week vóór Pasen is het Palmpasen. Rondom de Oude Toren is het een drukte van jewelste. Kinderen verzamelen zich op het Marktplein en dragen palmpaasstokken. Ook ik loop mee in de optocht, een versierde stok dragend. Bovenop een sinaasappel, een paashaasje van brood, versierde snoepeitjes als ketting, buxus als groen, slingers van crêpepapier. Een wijze commissie beoordeelt de versierde stokken en net als ieder jaar winnen de kinderen met de grootste stok die ze zelf niet eens kunnen dragen. Maar feestelijk is het wel, met de muziek voorop en aan het eind een gratis zakje geglazuurde eitjes.
1969, ik ben bijna zestien. Na de Palmpaas Optocht waar ik ‘natuurlijk’ niet meer aan mee doe, volgt er een week waarin ik als puber elke dag ga kijken naar het op te bouwen Paasvuur. Wat een drukte, wat een enthousiasme, wat een bedrijvigheid is het daar. Het aftellen naar het ontsteken van het vuur is begonnen. Maar eerst eten we thuis gekookte eieren. Mijn vader heeft ze deskundig gekookt en in twee schalen gelegd: tien zachte eitjes en tien harde jongens. En ook dit jaar zijn alle eieren weer keihard gekookt want een keukenprins is Pa niet. Ieder van ons neemt een eitje in de hand en tikt er mee op het ei van de andere tafelgenoten. Wie heeft het sterkste ei? Wie mag zich de ei-kampioen van 1969 noemen?
Aan tafel wordt gesproken over de dag van morgen als we naar Ootmarsum gaan om te kijken naar het vlöggelen. Achteraf heb ik nooit begrepen waar het om ging maar indruk maakten die Poaskearls wel. Duizenden bezoekers opgesteld langs de kant van de weg, zien jonge mannen met lange jassen hand in hand over straat gaan. Terug naar Losser. Nog altijd kan ik me niet meer herinneren of het nou Eerste of Tweede Paasdag was dat het Paasvuur (wij spraken steeds over Boak’n) in de hens ging? Hoe dan ook: een dikke vijftig jaar geleden ga ik zonder mijn ouders naar het Boak’n kijken. Wat een vuurzee, wat een warmte, wat een spektakel. Ik ontmoet er mijn buurmeisje en ze is net zo opvallend geschilderd als menig paasei. Het vuur maakt ons warm en de verliefdheid doet de rest. Het is achteraf de laatste Pasen in Twente voor mij. Het vuur was heet.
Henk Poelakker (1953) mijmert over zijn jeugdjaren in Losser waar hij tot zijn 16e levensjaar woonde. In 1969 verhuisde hij met zijn ouders naar Brabant waar hij nog altijd woont. henkpoelakker@gmail.com
Foto paasvuur: John de Pater
Foto: Samen met buurjongen Robbie op de foto met Palmpasen; Henkie draagt zoals altijd zijn onafscheidelijke petje
Bestel het boekje met 25 herinneringen door een mail te sturen naar info@twentejournaal.nl met in het onderwerp ‘Boek Henk Poelakker’.
Zie ook www.lossermagazine.nl
#paasvuur #palmpasen #pasen #herinnering #eieren #eitjetikken #henkpoelakker #optocht #ootmarsum #vloggeln #poaskearls #losser #twente
Weer / Social media
Nieuws
Sport
Agenda
112
Economie
Toerisme
Overig
Fotoreportage
Videoreportage
|
|